Bang

Je moet groeien als een boom, niet als een paddenstoel. Janet Erskine Stuart

“Je kunt wel om me lachen,” zei ze, “of me belachelijk maken, maar dat neemt mijn gevoel niet weg.”

Oké, dat zei ze niet. Niet direct, tenminste. Maar wat daarop volgde wel en dit had de inleiding ervan kunnen zijn.

“Ik ben bang,” zei ze – en haar gezicht vertelde me dat ze menens was. “Het voelt allemaal als één groot gedragsexperiment,” ging ze verder, “en daar wil ik geen deel van uitmaken. Het maakt me bang. Echt bang.”

Wat moest ik doen? Wat kon ik zeggen? Haar gevoel was echt, daar twijfelde ik niet aan, en ik had even zwakke argumenten om ze te weerleggen als zij had om ze te staven.

Wat als, schoot er door me heen, wat als we inderdaad deel uitmaakten van een gigantisch complot en ik te naïef om dat te zien? Het zou zomaar kunnen, dacht ik.

Nee, dacht ik, besloot ik, ik weiger.

Standaard