Bij af

Er zijn grenzen aan de conversatie die je met een papegaai kan voeren. Peter Ustinov

“We zijn weer helemaal terug bij af, hè,” constateerde de vrouw, terwijl ze een winkelmandje wilde pakken, “want die moeten toch weer?”

Ik knikte.

“En de mondkapjes?” vroeg ze.

“Die zijn gewenst maar niet verplicht,” gaf ik.

Ze keek bedenkelijk.

“Maar de handen desinfecteren dan?” wilde ze weten.

“Ook dat is facultatief,” vertelde ik.

Ze schudde haar hoofd.

Facultatief, mijn neus,” hoonde ze, “alsof je dit volk zelfstandig verantwoorde beslissingen kunt laten nemen. Dit volk moet geen meerkeuzevragen voorgelegd krijgen, want dan gaan ze altijd voor de meest makkelijke optie. Of ze denken het beter te weten omdat ze ergens iets hebben gelezen.”

Ik haalde mijn schouders op. Ze schudde haar hoofd met dichtgeknepen ogen.

“Afijn,” zei ze op de toon van iemand die niet had verwacht ooit in zo’n situatie verzeild te geraken.

Dan inhaleerde ze diep.

“Nog één keer,” hernam ze, “hoe zit dat nu met die mandjes?”

Standaard