“Je hebt nog maar een week.” zei de vrouw in de telefoon. “Dan kun je het beste een niet zo lang verhaal lezen.” Ze luisterde. “Bordewijk.” besloot ze. “Vanaf bladzijde vijfenzeventig.” De reactie was wat ze wilde horen, want de vrouw knikte tevreden. “Mooi zo.” zei ze. Ze stopte het toestel weg.
Even later klonk er gerinkel. De vrouw haalde de mobiel weer tevoorschijn.
“Hoezo niet om door te komen?” fronste ze. “Het is van voor de oorlog, toen was het taalgebruik nou eenmaal anders.” Ze luisterde. “De Tweede Wereldoorlog.” zei ze. “Lees het nou maar.”
Ze borg het toestel nu niet op, maar bleef op het venstertje kijken. Toen de beltoon opnieuw klonk drukte ze meteen een verbinding tot stand.
“We zoeken vanavond samen wel naar iets anders.” zei ze resoluut. “Je hebt tenslotte nog een week.”
[Ze stopte de telefoon weg alsof ze hem nooit meer gebruiken zou.]
Tijd voor een e-Reader.
{Mowl: wat anders?}