|
De gemeente heeft ’n kantoortje in de wijk geopend. Om ’t nog mooier maken van de buurt aan te sturen. En wat is er mooier dan fietsen? Meer fietsen, minder auto’s dachten Brrrr en ik en we besloten dat idee es op ’t kantoortje te melden. Daar zouden ze d’r wel content mee zijn, vermoedden we.
Dus wandelden we naar ’t kantoortje en liepen de steile trap op naar de eerste verdieping. ’n Man verscheen vanachter ’n deur.
“Wat komen jullie hier doen?” vroeg ie gefronst. We vertelden de man van ’t plan.
“O, maar dat gaat zomaar niet.” schudde die z’n hoofd beslist. “Ik ben nu aan ’t werk.” De woorden moesten even bezinken.
“O.” zei ik uit ’t veld geslagen.
“En wanneer werkt u niet?” probeerde Brrrr.
[Over mekaar buitelende grappen over werkende ambtenaren in m’n hoofd. Ik zal me beheersen. Echt.]
Wat deed jij daar eigenlijk onder werktijd?
{Mowl: dat vertel ik net.}
Tja goede ideetjes worden niet altijd gewaardeerd
{Mowl: laat staan gehoord.}
Gemeenten doen toch wel wat ze zelf willen. Het luisteren naar burgers is een schijnvertoning.
{Mowl: ’n wij-zij-denker?}
Nee hoor, ik ben realistisch.
{Mowl: zei de pessimist.}
Sneu hoor. Ik vind die Frost heel goed, btw. Ik zal aan zijn uitspraak denken morgen, als ik op kantoor kom, he.
{Mowl: als ik ‘m goed begrijp totdat je op kantoor komt.}
Waar blijven we als alle bewoners zich met hun eigen buurt gaan bemoeien? Dat houdt alleen maar enorm op.
{Mowl: ’t was niet kwaad bedoeld, hoor.}
Referring to the last bit
about the jokes,
would that be from
experience ?
{Mowl: kennen wij mekaar soms?}