Cattalk

Niet iedere nacht eindigt met een zonsopgang. Stanislaw Jerzy Lec

Niet iedere nacht eindigt met een zonsopgang. Stanislaw Jerzy Lec

De bouwkeet stond eenzaam in de nacht. Toen ik er voorbijliep hoorde ik kattengemauw. Ik bleef staan en luisterde. Meer klaaglijk gekerm volgde.

Mensen liepen langs, maar niemand anders scheen het geluid op te merken. Ik hurkte en keek onder de wagen – niks te zien.

“Poes?” deed ik. Het werd stil. De kat was vast geschrokken van mijn stem. Ik stond op. Meteen mauwde het dier weer. Het kwam vanuit de wagen, hoorde ik nu. Ik legde mijn hoofd tegen de deur.

“Poes?” zei ik nog eens, dit keer iets harder. De kat zweeg meteen weer. Het beest moest zijn opgesloten geraakt en was nu in paniek. Ik zou hem een hart onder de riem steken.

“Ze komen vast zo.” zei ik geruststellend tegen de deur. “Dan kun je weer naar buiten. Nog even geduld.” Er klonk weer een mauwtje – zachter nu.

[Mensen passeerden. Ze keken me vreemd aan. “Poes!” zei ik daarom nadrukkelijk. In de stilte die volgde wist ik te verdampen.]

Standaard

3 gedachten over “Cattalk

  1. Anne schreef:

    Misschien zat ze wel onder de motorkap omdat ze een warm plekje zocht.
    Wil nu niet echt denken aan wat kan gebeuren als de motor aanslaat.

    {Mowl: de keet had ’n trekstang. ’t Gevaar was daardoor minimaal.}

Laat een reactie achter bij peerReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.