Compact

Nostalgie is een onbetrouwbare souffleur, als het al geen ouderdomskwaal is, een goede tweede na prostaatvergroting. Rudy Vandendaele

Iemand had rijen cd’s in een weggeefkast gezet. Het moesten er meer dan honderd zijn, als ik het niet mis had. Het had iets nostalgisch, zo’n verzameling, omdat ik de opkomst van het als onverwoestbaar beschreven medium nog had meegemaakt. Een jaargenoot had destijds meer dan duizend gulden gespaard om de eerste speler in huis te hebben. We gingen allemaal bij hem op audiëntie, herinnerde ik me. En nu? Wat was daar helemaal van over?

“Wie draait ze eigenlijk nog?” vroeg ik hardop. A. hoorde me. Hij reageerde verontwaardigd op mijn blasfemie.

“Ik,” zei hij, terwijl hij me bijkans wegduwde voor de kast, “er gaat niks boven de compact disc.” Zoiets had ik eerder gehoord, maar toen ging het over vinyl.

Ik stapte opzij, zodat hij beter uit het aanbod kon kiezen, en wist het dan ineens: om gevierd te worden, hoefde ik alleen nog maar bijna dood te zijn.

Standaard