Cool

Wie, wat zijn aard beveelt, verricht, is goed:
De duif zij zacht,
de arend toon’ zijn krachten,
De gal zij bitter, maar de honig zoet.
Jacques Perk

“Ik zweer het je,” zei de jongen, “als hij tien minuten eerder was geweest had hij haar met een ander zien, euh…”

“Zoenen?” gokte de tweede.

“Zoenen is goed,” grinnikte de eerste, “ik wilde bekken zeggen, maar zoenen klinkt netter.”

“Nee!” ging de tweede, “wat een ongelooflijke slet!” Een wenkbrauw van de eerste ging omhoog. De tweede zag het niet.

“Ze is de vriendin van je beste vriend,” ging hij verder, “ik had die gozer meteen op zijn bek geslagen. Heb je kunnen zien wie het was?”

De eerste grinnikte weer.

“Och,” zei hij.

“Nee!” deed de tweede weer, “jij?”

Ze liepen verder. De tweede schudde zijn hoofd.

“Verdomme man,” zei hij, “jij met de vriendin van je beste vriend.”

Hij stopte en greep de eerste bij zijn schouder.

“Ongelooflijk cool, man!” zei hij.

“Thanx,” glom de eerste. De tweede knikte.

“Vet cool,” bekrachtigde hij, “En? Hoe is ze nou?”

Standaard