|
’t Was tijd om te gaan.
“Dat ik hier vijf jaar op heb moeten wachten.” ontviel me toen de Deen me in z’n armen nam.
“Had je maar eerder moeten vertrekken.” zeidie. Dan liepen we samen ’t kantoorgebouw uit. Andere collega’s zwaaiden nog ’n keer.
“We zien elkaar vast nog wel es.” zei ik aan ’t eind van ’t pad.
“Vast.” zeidie. Waarna die naar z’n auto liep en ik afsloeg naar de bushalte. Met onder meer vijf liter zelfgemaakt appelsap en ’n kleine wijnbibliotheek in ’n plastic draagtas. Geschenken horen bij ’n afscheid.
[Wat zou de Deen eigenlijk hebben gedaan als ik nog es vijf jaar had gewacht?]
Keer je eindelijk terug naar Nederland?
{Mowl: was ik weg, dan?}
Ik dacht dat je stiekem al die tijd in Denemarken had gezeten? Dat alles in scène was gezet, een rijtjeshuis met schuifdak in A. incluis.
{Mowl: hvordan har du det?}
Wil ik dat weten?
{Mowl: jij? Ja.}
Als na een one night stand van vijf jaar lang … Over je nieuwe baan ga je ons vast weer alles vertellen. Ook weer in Z?
{Mowl: waar anders?}
What , precisely,were you waiting for ?
{Mowl: tja.}