Geknoei

Onze woorden zijn slechts kruimels die neervallen uit het feest van onze geest. Kahlil Gibran

“Vinden jullie dat nou werkelijk mooi?”

Ze liet me foto’s zien uit een kookboek: gebakken aubergines, peulvruchten op een bord, gebak met rijkelijk poedersuiker. Ik kreeg geen kans me af te vragen wie ze met jullie bedoelde.

“Bij ons in Azië vinden we dat vies,” zei ze, “al die rommel op de tafel naast het bord.”

Ik keek nog eens en zag dat ze gelijk had: op elke foto was er wel wat van de ingrediënten gemorst. Er lag een aantal erwtjes naast of wat kappertjes of de poederbus was uitgeschoten.

“Verdraaid,” zei ik, “nou je het zegt. Dat was me eigenlijk geeneens zo opgevallen.”

Het gaf iets rustieks, vond ik, alsof de lezer getuige was van het kookproces.

“Ik vind het eigenlijk wel iets hebben,” erkende ik. Ze keek me een tijdje speurend aan.

“Oké,” knikte ze bedaagd.

Ik was beslist het onderwerp van een sociologisch onderzoek, begreep ik.

Standaard