Het was nacht, een kille nacht.
Ik lag in de armen van Brrrr, de slaap kwam dichterbij. Zusje en Pim hadden zich ook tegen mij aangenesteld. Ze waren warm. Het was rustig. Ik voelde de regelmatige adem van Brrrr.
Terwijl ik langzaam wegzakte, dacht ik nog: ‘Dit moment moet ik koesteren. Het zou nooit voorbij mogen gaan. Maar als het morgen niet meer dan een herinnering is, moet ik het altijd terug kunnen halen.’
[Vanmorgen was dat weeë gevoel verdwenen. Ik haalde opgelucht adem. Je zult maar altoos gelukkig wezen. Brr.]
hahahaha…. ik ben blij dat je reageert zoals ik had verwacht! 🙂
*kus*
aldus.
{Mowl: naast een watje ben ik dus ook voorspelbaar. Mooi is dat.}
.. ik durf het bijna niet te zeggen, maar ik BEN meestal gelukkig…. ben ik nu raar? :
aldus.
{Mowl: ja.}
Ik moet er niet aan denken.
{Mowl: het gebeurt gelukkig niet vaak.}
Het is goed om er eens bij stil te staan!
Zou je het nog wel waarderen als het moment nooit voorbij zou gaan.
{Mowl: zonder dalen geen bergen.}
maar wel lekker om dat gelukkige gevoel zo nu en dan eens intens te mogen beleven en voelen….
{Mowl: ja.}