Gemis

Het leven is een droom en wij zijn allen slaapwandelaars. W.N.P. Barbellion

Hij bleef stilstaan op de smalle hoofdstraat van het dorp. 

“Waar moeten jullie heen?” vroeg hij. Blijkbaar zagen we er zoekende uit. Ik wisselde blikken met Lief.

“Nergens,” zei die, “we zijn net wezen wandelen langs de rivier.”

De man knikte.

“Niks mis mee,” vond hij, “maar de volgende keer moet je komen met mooi weer. En dan ga je zus heen en zo weer terug.” Hij beschreef een route waar een wandelaar de wekker voor zou zetten.

“En aan het einde ligt een terras op het water,” zei hij, “maar dan moet het dus wel mooi weer zijn.”

Er lagen woorden voor de hand, reacties die we inslikten voor we ze uitspraken. De man was te aardig om met de werkelijkheid te geselen, vonden we. Hij dacht zelf echter ook even na.

“Dan moet het ook mooi weer zijn,” herstelde hij, zonder het algemene gemis ook werkelijk te benoemen.

Standaard

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.