Er stonden vijf of zes agenten bij de uitgang van het station. Ze droegen fluorescerende gele hesjes en dronken koffie. Het zag er ongevaarlijk uit. Ik liep langs de politiebus.
Even verder naderde de Indische Man met de Plastic Tas onder zijn Arm – bijna dagelijks kwamen we elkaar tegen, maar nooit spraken we een woord. Dat kwam vooral omdat hij steevast zijn ogen op de weg onder hem had gefixeerd. Ik fantaseerde dat het dit keer anders ging.
Hij zag de mannen en bleef staan.
“Wie zijn dat?” argwaande hij – voor het eerst hoorde ik zijn stem.
“Politie.” zei ik. De man schrok duidelijk. Hij vloekte binnensmonds. Dan smeet hij zijn Plastic Tas neer en rende weg. Een agent zag dat en schreeuwde iets. De anderen gooiden hun koffiebekertjes weg en gingen achter de Indische Man aan. Er klonk nog een schreeuw. Een schot. De man viel neer. Bloed sijpelde uit zijn hoofd.
[Misschien lees ik teveel Zweedse misdaadromans, bedacht ik me even later.]
Haha, leuk, leuk!! Gelukkig lees je geen bouquetreeksen 😉
{Mowl: nee, porno.}
Man die vrouwen haat, Man die met vuur speelt of Gerechtigheid?
{Mowl: zoals de titel zegt.}
The last sentence
pretty well sums it up
for me.
{Mowl: ik had je niet graag in onwetendheid achtergelaten.}