|
D’r stopte ergens ’n auto in de straat. Toen de deur openging kwam Radio Oranje naar buiten geschuimd.
’n Voor mij onbekende zanger van ’t levenslied zong, begeleid door ’n hammondorgel en ’n drummachine, over — ongetwijfeld — verloren liefde, eenzaamheid & trouw.
Gunst, dacht ik nog, hier? — tot ik naar buiten keek.
’n Hooggeblondeerde vrouw in spijkerpak (de broekspijpjes reikten net niet tot de enkel en waren modieus ingesplit, daaronder bruine, halfhoge laarsjes, centuur net onder de borsten, jasje — met omgeslagen mouwboordjes — over ’n rosze truitje) stapte uit & liep zonder tas of wat naar de overkant. Daar belde ze aan.
Ah, de nieuwe werkster, dacht ik.
[Voldaan met deze deductie ging ik weer verder met mezelf.]
Je zou ook álle letters kunnen vervangen door apostrofs. Dat zou pas echt een eigen stijl zijn.
Wat is een “rose truitje” eigenlijk?
‘k g’ m”r ‘ns sl”” & l”” d”’ st”” m’r n”t m”r.
‘
{Mowl: spelfout. Verdorie. & van de rest kan ik geen chocola maken.}
Radio Oranje komt tegenwoordig in de beste kringen voor. Ik noem geen namen.
{Mowl: & da’s nu net wat ik wil horen.}
Ook wel eens prettig dat een vooroordeel dan ook bevestigd wordt!
{Mowl: mensenkennis heet dat.}