De vergissing was makkelijk gemaakt. Kijk.
Om te beginnen: ik lees nooit gratis kranten. Bijna nooit dan. Niet uit enig dedain (wat wel het geval is, natuurlijk – dat weet je) maar simpelweg omdat ik meestal genoeg te lezen van mezelf bij me heb. Maar dit keer niet.
De echte kranten had ik uit en mijn boek lag nog op het werk, dus toen er bij de ingang van het station zo’n mannetje met zo’n krantje in aanreikmodus stond, bedacht ik me eigenlijk geen ogenblik en pakte het blad aan.
Maar de man liet niet los.
Ik zal wel vreemd hebben opgekeken, maar de man zag er zelf ook best wel heel raar uit. Zeker toen ik nog eens een keer trok.
“Afblijven.” beet hij tenslotte. “Pak d’r eiges maar eentje.”
“Ik dacht dat het uw laatste was.” mompelde ik betrapt.
[Mannetje, krantje, station. Zoals ik zei: de vergissing was makkelijk gemaakt.]
Als ie wist welke kleur fiets je had…
{Mowl: dan had ie me zo z’n krant gegeven, bedoel je?}
Was het geen daklozenkrantverkoper die er geld voor wilde zien?
{Mowl: die zijn om half zeven ’s ochtends nog niet op.}
Haha, voor je het weet heb je nog een ordinaire ruzie vanwege zo’n suf blaadje. Geweldig.
{Mowl: wat je Geweldig noemt.}
Is your tautological title
meant for readers
who don’t know
the word “gratis ?”
{Mowl: d’r zit ’n iets diepere betekenis aan.}