Herkend

Een grote geest draagt altijd een spoor van krankzinnigheid mee. Sören Kierkegaard

Ze was nooit alleen. Dat kan niet gezegd worden. Elke avond was er wel iemand die ik herkende als bloedverwant of hun gevolg.

Ik kreeg het idee dat ze ziek was. Dat maakte mijn verbeelding er in elk geval van. Dat ze ziek was en haar familie aan haar ziekbed waakte. Waarom anders elke avond een kind over de vloer, terwijl ik haarzelf nergens kon zien?

Ze waren Turks. Maar het kon evengoed Koerdisch zijn, besloot ik, of Armeens. Dat zag ik gewoon, dacht ik. Net als die andere bezoeker. Daar wist ik het ook zeker van.

“Dat is een Nederlander,” dacht ik eerst en zei het toen, “bij haar van één.”

Lief, die nooit loert zoals ik, keek bedenkelijk.

“Hoe kom je daar nou weer bij,” zei hij.

“Nou, dat zie je toch,” verweerde ik, “kijk hoe die loopt.”

Lief zuchtte.

Misschien overdrijf ik ook wel iets, dacht ik.

Standaard