Hoegenaamd

Mijn hoogmoed is gekleurd met het purper van mijn schaamte. Jean Genet

Haar tongval verraadde haar herkomst, maar toch twijfelde ik. Dat had ze eerder meegemaakt, verzekerde ze.

“Dan werkte ik al jaren op kantoor hier in Nederland en kwamen er mensen die vroegen naar dat Surinaamse meisje – en nooit wilden ze geloven dat ik dat was.”

Ze grinnikte.

“Alsof alle Surinamers Creolen zijn of Javanen. Je zou ze moeten zien kijken wanneer ze ontdekken dat ik blank ben. Of wit, zoals we tegenwoordig moeten zeggen.”

Om dat laatste moest ze zelf heel hard lachen. Ik daarentegen geraakte stil, gespiegeld als ik hierdoor werd aan de onuitgesproken gedachten die de mijne hadden kunnen zijn.

“Ach ja,” gnuifde ze, “nieuwe tijden, nieuwe namen.”

Ik knikte beamend, daarmee getuigend van de kennelijke nood om begrippen steevast opnieuw te benoemen, gestaag naar de vergleden eisen van de tijdgeest.

“Wit, blank – wat zou het dan?” zei ze, “noem me zoals je wilt, maar noem me Surinaams.”

Standaard