Hond

Wat is de mens? Een monument van zwakheden, een prooi van het moment, een speling van het lot; de rest is slijm en gal. Aristoteles

“Och wat heeft u een lief hondje,” draaide de dame op het terras naar een passant. Die knikte vriendelijk terug.

“Hij is nog niet zo oud, hè?” informeerde ze, “Dat zie ik zo.”

“Ga je nou tegen iedereen met een hond zeggen dat hij zo’n leuk beest heeft?” reageerde haar tafelgenoot van achter zijn biertje. Terwijl de passant verder liep keerde de dame zich terug. Met geknepen lippen keek ze de man strak aan. Dan tilde ze haar wijnglas naar de mond.

“Dat denk ik wel,” zei ze voordat ze een slok nam, “dat is nu eenmaal mijn mankement.”

De man kruiste zijn benen onder het tafeltje.

“Als ik een hond had zou ik het niet blieven dat iedereen me zou aanspreken,” stangde hij.

De dame zette het glas weer neer en draaide voor even aan de steel.

“Zelfs als je een hond had zou niemand je aanspreken,” zei ze.

Standaard

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.