Hulpeloos

bed

Het is nacht
Een ster lacht,
lacht mij toe en fluistert:
jij, jij bent gekluisterd
in onmacht.
Martinus Nijhoff

D’r klonk gekrijs in de drukke winkelstraat. ’n Schrale vrouwenstem gilde ’n hemeltergende vloek.

“Laat me los!” kreet ze daarna. Ik keek in de richting van ’t geraas. ’n Jongeman had de rollator van ’n oude vrouw beet. Ze wankelde en schreeuwde ’n nog grovere verwensing naar de jongen. Die spreidde z’n handen en liet los.

Dan zag ik dat de vrouw op ’n steiler gedeelte van de winkelstraat stond. De rollator neigde sneller dan ze aankon naar ’n vlakkere stuk te rollen. De vrouw had heur hulpmiddel zijwaarts weten te draaien en schuifelde nu behoedzaam en met kleine pasjes naar beneden. Ondertussen tierde ze dat ’t ’n aard had.

Zelf doen, dacht ik. Net als toen ze kind was. Dus keek ik toe. Als iedereen in de straat.

Standaard

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.