|
Ik werd niet opgemerkt, dus bleef ik onbewogen.
D’r was ’n heel eiland met paranormale begaafden, daar op de Tong Tong Fair, ’t eigenlijke doel van onze reis naar de Hofstad.
“Wil jij d’r heen?” vroeg ik toen we de handlezers en kaartleggers naderden. Brrrr schudde z’n hoofd.
“Nee, dank je.” zeidie. “Ik weet al genoeg.” Hij keek mij aan. “Jij?”
Ik twijfelde. Dat zei ik dus ook.
“Kweenie.” zei ik. “Ik laat ’t van hen afhangen.” Brrrr fronste z’n wenkbrauwen. Ik gaf uitleg.
“Nou,” zei ik, “als ik straks langsloop en ze zien niks om me heen fladderen of dwarrelen, zullen ze me niet aanspreken. Dus dan kan ik d’r van uitgaan dat d’r niks te verwachten is. Dus.” zei ik d’r nog es achteraan.
[We liepen langs en niemand zag iets opzienbarends. Ze lazen ’n boek of dronken ’n glas, maar constateerden geen anomaliën. “Mooi zo.” vond ik en bestelde ’n Indische kroket.]
Kun je nagaan hoe paranormaal zij zijn. Als ze dat allemaal niet eens oppikken.
{Mowl: wat niet oppikken? Wat weet Anton wat zij niet wisten?}
Ze hielden wellicht expres hun mond, omdat ze al voorzagen dat je er anders over zou bloggen.
{Mowl: wat? Wars van reclame?}
I have a feeling that
you’re talking about
Indonesian days ;
Or are they Indian
indeed ?
{Mowl: oud koloniaal stuiptrekkinkje in de taal.}