Indringer

Vannacht weer es geen oog dicht gedaan. Continue gewaakt of ik verdachte geluiden hoorde.

Dat zit zo.

Een paar dagen terug liepen we naar boven, Brrrr en ik. De poezen lagen alle drie lekker te slapen in de kamer. Het was te koud voor andere activiteiten.

Brrrr kwam het eerst op de slaapkamer.

-„Ksst!” hoorde ik hem roepen. „Maak je dat je wegkomt!” Ik rende naar boven.

Voor de balkondeur zag ik Brrrr gebaren. Een vreemde kat rende weg over de daken. Nou ja, vreemd — het was sprekend Miesje. Maar dat k�?iesje toch niet zijn? Die hadden we beneden achtergelaten. Toch? Ik liep naar beneden om het te controleren.

Beneden was alles zoals we het hadden achtergelaten. Miesje droomde rustig en was zich nergens van bewust. Ik liep weer naar boven.

-„Rotbeest.” schold Brrrr. „Hij lag op het bed.”

We telden é©® en é©® bij elkaar op. Onze katten vertoonden zich de laatste tijd wel erg weinig op de slaapkamer. Op zich waren we daar niet ongelukkig over, want het is geen pretje om ’s nachts niet te kunnen bewegen met é©® kat tussen de benen en de andere twee onder je oksels.

Maar nu wisten we waarom. Er was een vreemde kat op hun terrein gekomen. En hoewel getalsmatig ruim in de meerderheid, kenmerken onze katten zich door een tamelijk lafhartige houding. Het zal de opvoeding wel wezen, vrees ik.

Vannacht deed Brrrr ineens het licht aan. De indringer probeerde zich een nachtelijk plekje op ons bed te verschaffen. Toen ie onze verbaasde gezichten zag, besloot ie dat het nog te vroeg was voor zulke amicaliteiten en vluchtte de nacht in.

[Vanmorgen kwam Miesje uit een hoekje op de overloop tevoorschijn, Zus vanonder het bed. Pim had zich niet eens buiten gewaagd. De held! Terwijl hij nota bene is aangeschaft om ons huis te verdedigen tegen de boze buitenwereld.]

Standaard

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.