Jeremia

Zekere mensen lezen als stofzuigers: uit alles halen ze vuil. Johan Daisne

De man wilde alleen zijn telefoon opladen.

“We hebben het ergste nog niet gehad,” zei hij, terwijl hij de stekker in het stopcontact stak. Ik verstond hem verkeerd.

“Gelukkig wel,” zei ik, “beetje bij beetje wordt het weer normaal.”

Hij stond op, legde het toestel op de vloer, en torende omhoog als een onheilsprofeet – het scheelde er nog maar aan dat hij zijn ene hand vermanend de hemel in had gestoten en in de andere gebeitelde tabletten meetorste, terwijl donderwolken zich achter zijn hoofd samentrokken.

“Dwaas!” riep hij, “Het onheil rolt andermaal over ons heen en we zien het niet, we zijn blind voor de tekenen en verkiezen epicuristisch genot boven democritisch realisme.”

Ik was er even stil van. De predicatie kwam me nogal rauw op het dak. Ik moest even tot mezelf keren.

“Nou ja,” zei ik dan, “democratie is ook niet alles.”

Ik had hem weer verkeerd verstaan.

Standaard