|
“Lekker kopje koffie?” vroeg de ontvangstdame van de conferentieruimte.
“Graag.” zei ik. De dame glimlachte en schonk in.
“Kijk es.” zei ze toen ze het overhandigde.
“Dank u.” zei ik.
Na mij kwam een lesbienne binnen. Ze voldeed in elk geval aan de primaire uiterlijke randvoorwaarden: kort haar, tuinbroek, strijdbare blik.
“Hoi.” begroette de lesbo de ontvangstdame.
“Dag.” reageerde de dame. “Lekker potje…”
Ze onderbrak zichzelf. Even keken de lesbo en de dame mekaar aan. Een mondhoek van de dame kreeg een korte toeval.
“Ach, wat bazel ik nou.” probeerde de ontvangstdame de situatie te redden. “Ik bedoel natuurlijk kopje. Geen potje. We schenken geen potjes. Ik bedoel…”
“Laat maar.” zei de lesbo en liep door.
[‘Een fout herstellen is deze benadrukken’ stond ooit es ergens op een muur. Een zeer praktische leefregel, heb ik al vaak mogen ervaren.]
Als ze echt tot die club behoorde was het een mooi compliment geweest, toch?
{Mowl: wat? Dat ze geen koffie kreeg?}
Heerlijk, zo’n Freudiaanse verspreking.
{Mowl: herkenbaar?}Â
Alleen “Lekkere koffie, potje?”, was nog duidelijker geweest.
{Mowl: waar ben jij wanneer ze je nodig hebben?}
“een bakkie” dan maar?
{Mowl: had gekund.}