|
“Wasda?” vroeg ik met mijn gebruikelijke eloquentie toen Brrrr thuiskwam van het boodschappendoen.
“Voer.” zei hij en zette de glimmende verpakking op tafel.
“Wah?” ging ik op hetzelfde niveau voort.
“Voer.” herhaalde Brrrr. “Voor de katten.”
Ik bekeek de zak. Het was een mooie zak, dat moest gezegd. Van het huismerk van onze supergrutter, dat ook nog.
“Vis en rijst?” las ik met enig verbazing.
Brrrr knikte.
“Mooi.” zette ik de zak terug op tafel. “Als ze dit lusten nemen we ze de volgende keer mee naar de Chinees.”
[Ik kan af en toe erg lollig uit de hoek komen. Zoals dit keer.]
Het klinkt zelfs erg lekker. Katten ook weer blij.
{Mowl: da’s ook meegenomen.}
Nog even en dan hebben ze ook “Patatje oorlog” in brokvorm.;-)
{Mowl: die poezenbeesten hebben het maar goed.}
ok… deze ene keer dan.. 😉
aldus.
{Mowl: maar misschien ga ik nog wel vaker lollig doen, hoor.}
Ziet er inderdaad wel een mooie verpakking uit. En? lusten ze het?
{Mowl: geen idee. Eerst moet het oude voer opgemaakt.}
Waarom hebben katten geen recht op sushi?
{Mowl: Japans! Dat kan ook, natuurlijk!}
Waar je zo lollig uitgekomen bent.
{Mowl: aha.}
hmmm… dus nu moeten we je ook al lollig vinden….
aldus.
{Mowl: nou ja – één keer in de 1.336 keer mag best. Toch?
Je zou ook zo weer terug in de hoek kunnen.Ook lollig.b
{Mowl: terug? In welke hoek?}Â
ik wist al heel lang dat je leuk kan zijn
{Mowl: de leukste thuis.}
Lollig? Huh? Wat dan? 😉
{Mowl: ik ben ontzéttend lollig. Begrepen!?