Madelieven

De ene zaait, de andere maait. Aristophanes

De madeliefjes mochten er niet staan. 

Misschien was die gevolgtrekking wel wat te snel en slecht beschouwd genomen, maar het was tenminste wat ik dacht toen ik de man in de maaimachine zag rijden om het gazon tot de standaardlengte in te korten. De bloemetjes die her en der hun kopjes hadden opgestoken sneefden temidst de grassprietjes die de maximumhoogte hadden overschreden. De ontwieker maakte geen onderscheid tussen groen en bloem. Toch was de maaier – zo stelde ik bitterlijk vast – van een in lompheid verscholen schoonheid, zoals hij danste met de lage vleugels die op- en neergingen als in een ongekende choreografie. Het ontbrak er alleen nog aan muziek, dacht ik.

Een hond, die voorbijkwam aan de lijn van twee mensen die hem uitlieten, blafte hartgrondig tegen de onverlaat.

Het bracht me terug naar de werkelijkheid. Ik wist nu dat voor een waarlijk goed ballet helaas de madelieven moesten sneuvelen.

Standaard