Hij liep zoals de stoere jongens in de muziekvideo’s lopen: wijdbeens walsend en met opgeheven kin. Naast hem wandelde een meisje achter een kinderwagen. Ze was klein, in vergelijking met de jongen, en tamelijk alledaags. Aan haar arm hing een beige tas.
De jongen liet de laatste druppels van het bierflesje dat hij dronk op straat lopen. Nadat hij het had uitgeschud reikte hij het aan het meisje aan, dat hem verbaasd of misschien wel verontwaardigd aankeek.
“Wat moet ik daarmee?” vroeg ze.
“Hij is leeg.” zei de jongen. “Stop maar in je tas.”
“Ben je gek geworden?” zei het meisje. “Straks stinkt alles naar bier.”
De jongen hield stil en draaide naar het meisje. Hij hield het flesje voor haar neus.
“Luister meisje.” zei hij. Zijn wijsvinger puntte naar haar. “Hier zit statiegeld op. En mijn moeder heeft me altijd geleerd respect te hebben voor dingen van waarde. Duidelijk?”
Hij moet geld duidelijk nog op waarde leren schatten.
En meisjes.
Ik zou hem met dat flesje op z’n kop hebben geslagen! Maar ja, dat is dan weer zonde van het statiegeld…
Je kunt ook slaan zonder het glas te breken. (Tip!)