Het duurde even voordat ik begreep dat ik een ouwe scharrel aan de lijn had.
“Hé!” deed ik verrast. “Hoe kom je aan mijn nummer?”
“Via via.” zei P – want die was het – vaag. En hij begon over onze korte relatie, zoals hij het noemde – ik had zelf onze gelegenheids-liaison die kwalificatie niet durven geven. P, daarentegen, had, zei hij, zelfs tot op de dag van vandaag, nog steeds moeite met hoe het destijds als een nachtkaars was uitgegaan.
“Gunst.” zei ik. “Dat spijt me voor je.” Ik verzweeg maar beter, dat ik me er nauwelijks nog iets van wist te herinneren.
[Na al die jaren een telefoontje om onverwerkt liefdesverdriet te bespreken? Ik vond het maar vreemd, hoor: daar heb je tegenwoordig toch de televisie voor? Toch?]
Goh toch lief dat ie je niet vergeten is.
{Mowl: laten we ’t maar zo noemen.}
Scharrels? Jij?
{Mowl: onvoorstelbaar, hè.}
Misschien kan hij zich kandidaat stellen voor Temptation Island?
{Mowl: da’s toch voor, kom hoe heten ze ook alweer, hetero’s?}
‘k Ben er zeker van dat er ook wel ergens een homo versie van bestaat 🙂
{Mowl: ja, maar ook op tv?}
Weet hij dat je nu een ander hebt?
Zo nee, dan leest hij ook geen Mowl en neigt het naar zielig.
{Mowl: Mowl niet lezen is megazielig.}
En zo heb je hem nogmaals gedumpt…
Hard hoor!
{Mowl: ik was heel aardig, hoor.}
Gelegenheids-liaison … heb je dan geneukt of niet?
{Mowl: zeg!}
Arme P. ..Voor mij krijgt een relatie pas dat predikaat wanneer je officieel hebt kennisgemaakt met de schoonouders, samen naar de meubelboulevard bent geweest en wanneer minimaal zes maanden na “de eerste keer” pas de woorden zijn gevallen “Is het nu echt voorbij?”
{Mowl: in dat geval zijn Brrrr en ik allebei nog vrijgezel.}
Anita maar even bellen, dan?
{Mowl: niet voor mij, hoor.}