Mooi geweest

Stille confraters hebben diepe achtergronden. Willy Cieters

“Ze wil ons weghebben,” zei Lief. Ik had nog niet meteen iets in de gaten.

“Wie?” zei ik – we keken een film, dus ik was best een beetje verstoord. Lief knikwees. Ik keek.

Nova zat daar, op de leuning, met de rug naar de kamer en haar ogen gericht op ons. En – wie katten heeft, die weet dat – niet zomaar gericht: vastgepind gericht. Scherp. Onaflatend. Geconcentreerd. Nou ja, zo als katten alleen kijken kunnen, dus.

“Ieuw,” deed ik, “denk je?”

Lief trok zijn lippen op.

“Ze heeft eten en drinken,” zei hij.

“Haar bak is ook schoongemaakt,” zei ik.

“Ik denk dat ze echt vind dat het genoeg is geweest,” zei Lief. We keken van elkaar naar Nova. Die staarde slechts.

“Verdomd,” zei ik, “ze wil inderdaad dat we naar boven gaan.”

“Ze is toch niet de baas,” probeerde Lief nog halfslachtig.

Eenmaal boven in bed wisten we het antwoord.

Standaard