Mors stupebit et natura

kelkbloem

Ook al zouden we alle bloemen plukken, de lente zullen we niet kunnen tegenhouden. Pablo Neruda (1904-1973)

“Hij had altijd al gezegd dat ie vroeg zou gaan.” zei de vrouw, “Maar hij had nog wel iets langer mogen blijven.”

Ze vertelde hoe ze, op vakantie, ’s nachts wakker was geworden en haar man onrustig door de kamer had zien lopen.

“Wat is er?” had ze gevraagd. “Ben je al lang op?”

“Een tijdje.” zei de man. “En er is niks. Mag ik even in je armen liggen?”

En hij was tegen haar aangekropen. Ze had hem geknuffeld en vastgehouden tot ie opeens was opgehouden met ademen.

Ze staarde naar een onbestemd punt.

“Het was een mooie dood.” zei ze zacht. “Maar van mij had ie nog wel wat langer mogen blijven.”

[We waren even stil, samen. Ik dacht, hoe graag ik die man zou willen zijn. Ooit.]

Standaard

2 gedachten over “Mors stupebit et natura

  1. truuti schreef:

    Een benijdenswaardige afloop… rustig te mogen sterven in de armen van je vrouw.
    Ik zie nog mijn vader die zoveel moest inleveren op het laatst, wetende dat het einde nadert en dan is het wachten totdat het komt… En dan sta je daar – als vrouw, als kinderen – langs de zijlijn en je kunt niks..

    {Mowl: er zijn is vaak voldoende.}

Laat een reactie achter bij peerReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.