Namor

Ik zou liever leven in een wereld waar mijn leven is omringd door mysterie dan in een wereld die zo klein was dat mijn geest haar kon omvatten. Harry Emerson Fosdick

“Klopt het eigenlijk wat ze zeggen, Menno?” Ineens waren vier paar jongensogen gespannen gericht op de klasgenoot naast hen op het bankje.

“Wat zeggen ze dan?” vroeg Menno. Hij zat kalm achterover en leek niet onder de indruk van de plotse aandacht.

“Ze zeggen dat je kieuwen hebt.” De scholieren tenniskeken van de vragensteller naar Menno. Die zat nog steeds onaangedaan op de bank.

“Wie zijn ze?” vroeg hij. De andere jongen haalde zijn schouders op.

“Kweenie.” zei hij. “Iedereen.” Menno trok de rits van zijn jas omhoog en legde zijn benen kruislings gestrekt op de vloer. Als ultiem teken van ontspanning stak hij ook nog eens zijn handen in zijn zakken.

“Dan moet het wel kloppen.” glimlachte hij onbestemd.

[“Zie je wel, ik wist het.” fluisterde een jongen in het hierop volgende gegons.]

Standaard

3 gedachten over “Namor

Laat een reactie achter bij ImpaReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.