Natte sokken

Hij is met zijn boter in het gat gevallen. Bobb Bern

De kapper – voor barbier was hij te goedkoop – had corona gehad. Gelukkig tijdens de beperkingen, toen zijn zaak toch al dicht was. Het had niet veel indruk op hem gemaakt.

“Alsof ik griep had,” zei hij, “zo voelde ik me. Je weet wel, hoofdpijn, spierpijn, de hele dag moe.” Hij trok zijn lippen op. “Het viel best mee.”

Maar daarmee was niet alles gezegd.

“Ik was mijn smaak kwijt,” zei hij, “mijn smaak en mijn reuk.” Hij bekeek me in de spiegel en maakte een wegwerpgebaar met zijn kam. “Maar die kwamen na een tijdje weer terug.”

Nou gingen zijn schouders omhoog.

“Dat proeven miste ik nog niet zo,” zei hij, “eten interesseert me toch niet echt, maar dat ruiken!”

Hij trok zijn mond al hoofdknikkend tot een tuit.

“De sigaretten smaakten naar natte sokken,” zei hij – en nu hoorde ik een diepe zucht – “er was geen lol meer aan.”

Standaard