Oranje bollen

Elke mens is ongeneeslijk eenzaam, omdat niemand hem echt kent. Fernand Auwera

Ze stopte. Ze had net oranje bollen gehaald bij de supermarkt.

“Wanneer komen jullie eens langs?” vroeg ze, “ik zie zo weinig mensen hier. Waar ik eerder woonde sprak je altijd wel iemand.” Ze zuchtte. “En het was er ook niet zo stil. Het is hier zo stil, vind je niet? Ik word ’s nachts weleens wakker en dan hoor ik niks. Dat ben ik helemaal niet gewend. Dan sta ik maar op en ga lopen dolen tot ik weer naar bed ga. Soms lig ik er pas tegen zevenen in. Ik word daar zo moe van.”

“Dat is niet zo fijn,” zei ik met een delicaat gevoel van compassie. Ze knikte instemmend.

“Gelukkig ben ik lid van de bibliotheek, dus ik ga dan maar wat lezen,” zei ze, “of ik ga kleuren.”

Ze stapte weer op de fiets.

“Maar komen jullie snel?” zei ze, “Ik heb oranje bollen gehaald.”

Standaard