|
Op één Maart negentienhonderdnegenenveertig was de dpl. sergeant G, R.H., legernummer 250606033, ingedeeld bij de Stafcompagnie 4-11 R.I. als menage-meester, belast met het in Gombong afhalen van de dagelijkse verse verstrekkingen etc. ten behoeve van de in Keboemen gelegerde onderdelen. Hiertoe werd een convooi samengesteld van een drietonner voor goederenvervoer en twee 15-cwt’s t.b.v. het bewakingsdetachement, alsmede enkele andere auto’s.
Op de terugweg van Gombong naar Keboemen werd door de vijand op punt 086.362, kaartblad 45/XLIIA een tweetal trekbommen tot ontploffing gebracht. De vooraan rijdende 15-cwt werd geheel vernield en vloog in brand. (…)
De zich in de volgende drietonner, naast de bestuurder, bevindende sergeant G, R.H., werd door een bomscherf getroffen en dodelijk gewond. (…)
Nadat de vijand verdreven en de orde weer enigszins hersteld was (…) konden vijf lijken worden geborgen. (…)
Aldus naar waarheid in achtvoud opgemaakt door mij,
Te Velde, 4 maart 1949,
De Commandant Staf-4-11 R.I.
De Res. 1e Luitenant
Toen hadden ze nog geen Suzuki Swifts, maar ze waren inventief genoeg om andere manieren te bedenken om mensen van het leven te beroven.
{Mowl: wat is d’r nieuw?}
And nobody knows
what they died for.
{Mowl: we noemen dat zinloos geweld.}