Postuum

De avond van het leven brengt zijn lamp mee. Joseph Joubert

De schrijfster was zelf niet aanwezig bij de boekpresentatie in de voormalige kazerne, omdat ze – kort ervoor – was overleden.

“Ik zat bij de huzaren,” begon een rijzige man met een snor op zijn lippen, “daar heb ik het met haar veel over gehad.” Hij knikte naar het podium, naar de stapel boeken op de tafel. “Ik kom er ook in voor,” zei hij.

De uitgever had gesproken en er waren fragmenten voorgelezen uit het boek.

“Dat ging niet over mij,” schudde de man. Hij vouwde zijn armen over elkaar. “Ik kom pas later aan de orde.”

Een dienblad kwam voorbij. De man pakte er een glas jus d’orange van.

“Dat doet me wel wat, dat ik er in sta,” zei hij. “Potverdorie, nou.” Hij nam een slok.

Voor hem lag een exemplaar van het boek.

“Van haar,” zei hij, “omdat ik er in sta.”

Hij glimlachte.

“Potverdorie, nou.” zei hij.

Standaard

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.