Pruik

De ouderdom niet eren is het huis vernielen waar je ’s avonds gaat slapen. Alphonse Karr

Oma woonde in een bejaardenhuis. De tijd dat ze eufemistisch Verzorgingstehuizen gingen heten waarna de verstrekte zorg een economisch product werd dat afgemeten en bijgehouden diende te worden, was nog ver weg.

Afijn, Oma dus.

Ze had een vriendin die in hetzelfde complex woonde. Ze wandelden soms samen. Zoals die ene keer, dat Oma haar aankeek en vroeg: “Nu moet je me toch eens vertellen: draag jij soms een pruik?”

De vriendin aarzelde. “Hoezo?” vroeg ze.

“Dat kun je toch gerust vertellen,” reageerde Oma, wat geprikkeld, “het is niks om je voor te schamen, toch?”

De vriendin keek Oma aan.

“Ik zal eerlijk zijn,” zei ze, “ik draag inderdaad een pruik.”

“Goh,” zei Oma. Ze was even stil: de bekentenis was niet niks. Er moest iets gezegd worden om de pijnlijkheid van het moment te verzachten.

“Nou,” zei Oma, “als je het niet had gezegd, had ik het niet gezien.”

Standaard