Rap

Het woord is maar de schaduw van de daad. Democritus van Abdera

Geschrokken – of zo leek het, tenminste – ruimden de beide jongens hun spullen op in hun rugzakken.

“Moeten jullie ergens heen?” vroeg ik. De vraag weerhield het inpakken niet.

“We moeten naar onze vriend,” zei de ene.

“Die moet optreden,” zei de ander.

“Hij is rapper,” verduidelijkte de ene weer.

“Rapper?” herhaalde ik, “Cool. Waar treedt hij op?”

De jongens wezen in een onbestemde richting.

“Ginds,” zei de ander. “Op het veld.”

“Als we op tijd zijn, zien we hem nog,” zei de ene tegen de ander, “maar dan moeten we wel wat meer opschieten.”

“Is hij een beetje goed?” vroeg ik. De jongens stopten met inpakken. Peilend keken ze elkaar aan. Samen zochten ze naar de woorden die verboden waren.

“Niet echt,” bekende de ander na een poosje.

“Hij is waardeloos,” knikte de ene. Hij keek op zijn horloge.

“Met een beetje geluk is hij al klaar,” hoopte de ander.

Standaard