Reisboeken

Wie strikken zoekt, die trapt erin. R.A. Basart

Er kleedde zich een man uit, bij de reisboeken.

Ik weet ook niet waarom hij dat deed en ik had geeneens geweten dat hij dat deed, als collega A. niet naar me toe was gekomen.

“Er staat zich daar een man uit te kleden,” fluisterde ze. Ik kon aan haar stem horen, dat dat niet iets was wat ze vaker had meegemaakt. Ik ook niet, trouwens. Maar waar ik in geval van, zeg maar, gewone calamiteiten bij voorbaat weet dat ik bevries en geen kant meer op ga, wist ik me nu aan de knelling te ontworstelen en stapte de kant uit waarheen zij wees. De reisboeken, dus.

“Wacht maar,” zei ik bijna koelbloedig.

“Wat doet u nu?” maande ik de man, die al half ontkleed was toen ik hem betrapte. Verstoord keek hij op. Ik stoorde hem, dat was duidelijk. Hij aarzelde niet.

“De wc is bezet,” zei hij.

Standaard