Richtingsgevoel

Noem een koe een koe en alle kalveren zijn heilig verontwaardigd. Julien de Valckenaere

Doe het dan niet voor jezelf, dacht ik. In mijn gedachten tutoyeerde ik haar.

Ik had de vrouw aangesproken die met haar kinderen de verkeerde looprichting had gekozen. Ze liepen tegen de grote pijlen in die op de vloer waren geplakt. Dat was mij ook wel eens gebeurd, dus ik zei het heel vriendelijk: “Wilt u de volgende keer alstublieft de aangegeven kant op lopen, mevrouw?”

Ze reageerde kribbig.

“Ik zou niet weten waarom,” spoog ze, “ik wil dat mijn kinderen onafhankelijk opgroeien en buiten de door de overheid of wie dan ook opgelegde banen gaan.”

Ik zei niet meteen wat, gewend als ik was geraakt aan de verbale agressie van mensen die zich een verzetsheld wanen wanneer ze regels voor de volksgezondheid provoceren.

“Ik wens u nog een prettige dag,” zei ik alleen.

De vrouw reageerde door aan de arm van de jongste te trekken.

“Meekomen jij,” zei ze.

Standaard