Rude

Indien gij uzelf weggooit, zal niemand u oprapen. J.M. van Stipriaan Luïscius

“I know!” zei het meisje – want nog te jong om een dame te heten, “Ik zei nog tegen hem dat he should mind his own business.”

Ik kwam haar tegen in de buurtsuper, waar ze een winkelwagen voortduwde. Eerlijk gezegd raakte ik heel even van mijn stuk, voor ik begreep dat ze tegen haar oortje sprak. Daarbij was ze te kek gekleed om gek te zijn – een zinsnede vol ongefundeerde vooroordelen, haast ik mij toe te geven, maar je begrijpt wat ik bedoel.

Ze legde de boodschappen op de band om die even verderop in haar tas te stoppen. Daarbij negeerde ze de caissière, betaalde inderhaast en liep dan naar de uitgang, waar de gebruikte winkelwagens in een rij op een wasbeurt stonden te wachten. Geen moment haperde intussen haar gesprek.

“Nou werkelijk,” zei ze, terwijl ze achteloos haar karretje van zich af duwde, “how can anyone be so rude.”

Standaard