Rug

Als je beslist hebt maar één klein stukje taart te nemen, eindigt het er doorgaans mee dat je méér taart eet dan als je meteen een groot stuk had genomen. Thomas J. Hartka

Hij stond in de gang met zijn rug naar me toe, wat voorovergebogen te wroeten aan zijn voorkant, ter hoogte van zijn gesp. De deur van de wc stond open, waardoor het leek alsof hij, na een bezoek eraan, zijn kleren aan het fatsoeneren was.

Ik wilde hem voorbij.

De ruimte om hem heen was te smal, dus ik wachtte tot alles weer op zijn plaats zat. Ik had geen haast en gunde hem tijd. Toch merkte hij mijn aanwezigheid.

“Wilt u erlangs?” vroeg hij, als hij zich half omdraaide.

“Doe kalm aan,” knikte ik.

De man wees naar de deur.

“Ik heb mijn handen gewassen,” zei hij.

“Natuurlijk,” zei ik – ik wist niet goed wat ik daarmee moest.

De man staarde me nog even aan.

“Of zal ik opzij gaan?” vroeg hij.

“Graag,” zei ik.

De man ging de wc in.

“Lukt het zo?” riep hij.

Ik zweeg maar.

Standaard