Schoon

gebit

Bril: ooggebit. Lévi Weemoedt (1948)

“Een leesbril?” reageerde de mondhygiëniste. “Daar heb ik gelukkig nog geen last van.”

Ze krabde met een tangetje wat plak van mijn tanden. Toen ze klaar was legde ze het neer en pakte het spiegeltje.

“Maar ja,” zei ze terwijl ze haar eigen werk controleerde, “Ik heb weer andere problemen.” Het spiegeltje had zijn werk gedaan. Nu wikkelde ze flosdraad om haar vingers.

“Vorig jaar ben ik gestruikeld en brak ik mijn been.” informeerde ze me terwijl ze de laatste handelingen aan mijn gebit verrichte. “En een half jaar geleden ben ik van mijn fiets gevallen en ging mijn bekken eraan.” Ze legde de draad neer. “Spoel maar.”

“Misschien toch een brilletje?” opperde ik toen ik het glas pakte.

[Ze moest erom lachen. Gelukkig maar. Je wilt geen ruzie met je mondhygiëniste.]

Standaard

2 gedachten over “Schoon

  1. En daarmee valt je hele klaagzang meteen in het water. Wat zijn sommige mensen toch gemeen!

    {Mowl: dat was voor dit vermaledijde zorgstelsel wel anders.}

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.