De hond en het baasje hadden virusvrij en wandelden door de uiterwaarden. Dat zal tenminste de bedoeling zijn geweest, tot het dier het begrip behoorlijk getrouw bleek te nemen en aan de haal ging zonder acht te slaan op de dwingende terugkeerbevelen van het vrouwtje.
De hond bleek Scooby te heten.
Misschien hoorde Scooby de snerpende dwang van zijn mens wel maar had hij helemaal geen zin de commando’s te gehoorzamen. En misschien vulde ik het in, maar ik dacht dat hij dacht dat de net verkregen onafhankelijkheid – hoe kortstondig deze vrijheid ook zou mogen duren – elke bestraffing die mogelijk zou volgen waard was.
Ik begon onmiddellijk van Scooby te houden.
Het baasje leek zich uiteindelijk bij de autonomie neer te leggen – althans voor nu – en werd stil. Heel even, zo zonder majesteit van de een en onderdanigheid van de ander, was de wereld misschien wel zoals ze bedoeld was.