|
“Achgut.” zei ik vertederd — nostalgische gevoelens kwamen bovendrijven toen ik ’t zojuist gekraakte architectenkantoor bij ons om de hoek zag. Aksievoeren & zo, ik dacht dat ’t uitgestorven zaken waren.
“Moet je geen foto maken?” vroeg Brrrr, die m’n gevoelens volkomen begreep. Ik knikte. Ik stopte & draaide m’n fiets & reed terug naar ’t kraakpand. Buiten stond ’n aantal jongens & meisjes met zwarte kleren en dreadlocks.
“Gefeliciteerd & welkom, jongens!” zei ik. “Staat dit alweer ’n jaar leeg? Mag ik ’n foto maken?” ’n Jongen maakte zich los van de groep.
“Dankje.” zeidie. “Ja. Nee.” Hij vertelde dat niet iedereen herkenbaar in beeld wilde. Maar ’n kiekje van ’t spandoek was geen probleem.
[“Je hebt nieuwe buren!” oreerde ik tegen ’n aanbenende bewoner van de Grote Straat. Aan z’n boze blik te zien hadden wij ’n verschillende jeugd gehad.]
Het waren schatjes hoor..
{Mowl: misschien dat ze daarom wel durfden tegen hen op te treden.}
Je hebt leuke krakers, maar ook nare. Deze lijken wel mee te vallen.
{Mowl: zo jong als wij nooit zijn geweest.}
Zelfs in Lelystad wordt gekraakt. Jongeren hebben bezit genomen van een kapitale villa die sinds de oplevering enkele jaren geleden al leeg staat.
{Mowl: en ze wonen d’r ook? Vrijwillig?}