|
De stagiair — die inmiddels geen u meer tegen me zegt — kwam me bedanken.
“Ik hoor dat je vrouw die appeltaart heeft gebakken.” zeidie. Ik moet ‘m vervolgens even glazig hebben aangekeken, voordat ik mezelf hernam.
“M’n vrouw?” zei ik. “M’n man, zul je bedoelen.” Nu was ’t zijn beurt voor ’n vage blik. ’t Vervolg kwam hakkelend.
“O.” zeidie. “Je man.” Hij slikte. “Natuurlijk. Dat kan. ’t Is alleen…” De stagiair aarzelde.
“’t Is alleen wat?” moedigde ik ‘m aan.
“Nou ja,” zeidie toen, “ik had dat van jou helemaal niet gedacht.”
[Hierna stond ik met m’n mond vol tanden. Was dit nou ’n verkapt compliment of moest ik de jongeman terechtwijzen? Billenkoek zou op z’n plaats zijn, besloot ik, maar omdat dat verkeerd zou kunnen worden uitgelegd, liet ik ’t maar achterwege. Voor dit keer.]
Ben ik nou de enige die zich afvraagt hoe die stagiair eruit ziet?
{Mowl: vast niet.}
Dan heeft ie je zeker nog nooit zien lopen!
{Mowl: wat is d’r toch loos met m’n gang?}
Zullen we het er maar op houden dat die stagiair wel heel erg naïef is?
{Mowl: maar wel leuk.}
Of dat je gewoon super mannelijk bent 😉
{Mowl: je hebt me ontmoet. Wat vind jezelf?}
Ik zou het ook als een compliment opvatten (maar dat ligt ook wel aan mij denk ik :P), blijkbaar is je geaardheid niet te zien voor de hele wereld. 🙂
{Mowl: en als dat wel ’t geval zou zijn was dat iets negatiefs?}
Zijn “gaydar” stond dus niet aan?
{Mowl: dat hebben hetero’s toch niet?}
Je zou het ook als een compliment op kunnen vatten
{Mowl: is dat zo?}
Ik was toch, ondanks alles, voor billenkoek gegaan als ik jou was geweest…. petsen voor de blote billetjes!
{Mowl: o ja, Groningen.}