Genderdysforie

appeltaart

Wat de mens in verwarring brengt zijn geen feiten, maar de dogmatische meningen over de feiten. Epictetus (± 50-130)

De stagiair — die inmiddels geen u meer tegen me zegt — kwam me be­dan­ken.

“Ik hoor dat je vrouw die appel­taart heeft ge­bak­ken.” zeidie. Ik moet ‘m ver­volgens even gla­zig hebben aan­gekeken, voor­dat ik mezelf her­nam.

“M’n vrouw?” zei ik. “M’n man, zul je bedoelen.” Nu was ’t zijn beurt voor ’n vage blik. ’t Vervolg kwam hakkelend.

“O.” zeidie. “Je man.” Hij slikte. “Natuurlijk. Dat kan. ’t Is alleen…” De stagiair aarzelde.

“’t Is alleen wat?” moedigde ik ‘m aan.

“Nou ja,” zeidie toen, “ik had dat van jou helemaal niet gedacht.”

[Hierna stond ik met m’n mond vol tanden. Was dit nou ’n verkapt compliment of moest ik de jongeman terechtwijzen? Billenkoek zou op z’n plaats zijn, besloot ik, maar omdat dat verkeerd zou kunnen worden uitgelegd, liet ik ’t maar achterwege. Voor dit keer.]

Standaard

8 gedachten over “Genderdysforie

  1. Ik zou het ook als een compliment opvatten (maar dat ligt ook wel aan mij denk ik :P), blijkbaar is je geaardheid niet te zien voor de hele wereld. 🙂


    {Mowl: en als dat wel ’t geval zou zijn was dat iets negatiefs?}

Laat een reactie achter bij ThijsReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.