Brrrr had gekookt voor ’t feestje van ’n vriendin. ’n Jongetje liep met ’n beker naar z’n moeder.
“Mam, ik wil soep.” zei ’t jongetje. Vertederd streelde de moeder ’t kind over de haren.
“Maar lieverd,” zei ze, “je houdt helemaal niet van soep.” En, glimlachend tegen haar gesprekspartner: “Thuis eet ie nooit soep.”
“Deze is wel lekker.” zei ’t jongetje terwijl ie z’n beker nog verder omhoog hield.
[“Neem me niet kwalijk.” zei de moeder tegen haar conversatiegenoot. “Hij wil soep.” Waarna ze haar zoon begeleidde naar de ketel. Dat zij ’m daarbij ’n duwtje leek te geven had ik natuurlijk verkeerd gezien.]
Kinderen zijn zo heerlijk eerlijk
{Mowl: en verder hoogst irritant.}
Wellicht beraadt de moeder zich al op een heerlijk recept voor kindersoep.
{Mowl: uitbenen en vlees en botten langdurig laten trekken. Voor de smaak wups d’r bij.}
De ene soep is de andere niet. Chapeau Brrrr!
{Mowl: ik zal ’t aan ’m doorgeven.}
Een goede moeder vraagt vervolgens om het recept, natuurlijk…
{Mowl: en jij dacht dat Brrrr dat zou geven?}
tja, de waarheid komt uit een kindermond, zeggen ze.
’k Moet toegeven dat mijn kinderen ook vaak op die manier de waarheid zeiden. Heb menige keren met rode kaken gestaan. 🙂 Achteraf kan je er wel om lachen, maar op die momenten plak je ze het liefst achter het behangpapier.
{Mowl: en dan blijkt dat je zelfgemaakte lasagnebladeren te zijn.}
Ach, tjee, ja, moeders.
{Mowl: vertel mij wat.}