Ik was in het hospitaal voor een afspraak met de dermatoloog. Er zaten verdachte plekjes op mijn rechteronderbeen. Ik wist zeker dat ik een ernstige diagnose zou horen.
“O, ik zie het al.” zei de dermatoloog bijna onmiddellijk. “Eczeem.”
“Eczeem?” herhaalde ik. Ik probeerde mijn teleurstelling te maskeren. Ze knikte.
“Heb je wel eens problemen gehad met dat been?” vroeg ze.
“Trombose.” zei ik.
“Voilà.” zei ze. “Vandaar.” Ze bekeek de plekjes nog eens nauwkeurig.
“Ik kan je nu een receptje voor een zalfje meegeven,” zei ze, “maar uiteindelijk ontkom je er toch niet meer aan.” Ik kreeg een akelig vermoeden.
“Aan wat?” vroeg ik. De dermatoloog keek me aan. Zag ik spot?
“Een steunkous.” zei ze.
[Ze probeerde me op te beuren door te melden dat het iedereen kan gebeuren, op bepaalde leeftijd. Ik krijg die laatste deelzin de laatste tijd net iets te vaak te horen, vind ik.]
Heb je je testament onlangs nog vernieuwd?
{Mowl: nee, hoezo? Weet jij soms nog ’n mogelijke begunstigde?}
*zal maar niet zeggen dat ik nog helemaal geen steunkous behoef, ondanks mijn gevorderde leeftijd 😛
{Mowl: gelukkig maar. ’n Steunkous én ’n rollator wordt wel wat veel.}
Ze zeggen wel eens dat als je er vroeg bij bent, je nog heel oud kunt worden.
{Mowl: maar wie wil dat met ’n steunkous?}
Het dreigement van steunkousen kwam hier toch al eerder aan de orde? Of verbeeld ik me dat maar?
{Mowl: van hier tot hier.}
Arme jij.
Tja ik loop alweer een jaar op steunzolen.
De ouderdom rukt op:-)
{Mowl: en af.}
*hihi* (achter de hand, maar toch …)
En mevrouw de dokter maar denken dat haar toevoeging ook werkelijk opbeurt. Al dat politiek correcte positivisme toch, de laatste jaren! De VOC-mentaliteit, dank je, ammehoela!
{Mowl: die is zowat net zo bejaard als ik.}
Het legioen der steunkousendragers …
{Mowl: ik had ’t stukje ook déjà vu kunnen noemen.}