Toen ik op het werk kwam zag ik een geel stickertje op mijn telefoon.
Dat is geen goed teken, dacht ik, een geel stickertje op mijn telefoon. Toen zag ik nog zo’n geel stickertje, maar dan op mijn computer. Oei, dacht ik, nog een geel stickertje.
“Gele stickertjes!” riep ik tegen collega H toen hij voorbij kwam gelopen. Hij stopte.
“Ja.” zei hij. “Dat hadden we nog willen communiceren. Sorry.” En hij vertelde daarna dat, vanwege het vertrek van enkele collega’s, wij ook afscheid moesten nemen van hetzelfde aantal computers en telefoons. “Anders blijven we betalen voor apparaten die we toch niet meer gebruiken.” zei H. “Snap je?” Ik snapte het en knikte dus begrijpend. H grinnikte.
“Zolang ze nog geen stickertjes op jou plakken, is er niks aan de hand.” zei hij met een schouderklop.
[Zijn oogjes knepen toe en hij schuddebuikte weg. Mijn werk is zo leuk.]
Bij ons doen ze dat met memootjes. Laten zich een stuk makkelijker ergens anders op plakken.
{Mowl: maar die laten zich ook makkelijker op andermans toestellen plakken.}
Neem aan dat je na die schouderklop wel even je schouder in de spiegel hebt gecheckt?
{Mowl: soms ben ik niet achterdochtig genoeg.}