Suf

Ik ben zondag twee keer opgestaan.

De eerste keer was om de poezen te voeren. Daarna ben ik weer teruggegaan naar bed. Een uurtje later ben ik definitief opgestaan. In de keuken slikte ik een xyzal-tabletje. Dat is wat de dokter had voorgeschreven tegen de huiduitslag. (Oja, de huiduitslag, hoe is het daarmee? Zo goed als verdwenen, dank je, evenals de jeuk. Maar het kuurtje moet worden afgemaakt.)

Terwijl ik het tabletje doorslikte kreeg ik opeens het gevoel dat ik dit al had gedaan, toen ik de katten had gevoerd. Maar helemaal zeker wist ik het niet. Ik telde de overige tabletjes – en er was er één tekort. Maar was dat erg, als ik er vandaag twee had ingenomen? Ik besloot de bijsluiter te raadplegen.

Bij overdosering, stond daar, bestond de kans op een verhoogde sufheid. Nou, dat viel mee. Ik zou het wel merken.

Brrrr wilde naar de open dag van ’s Koonings Jaght, in Schaarsbergen. Maar dat was pas vanaf twaalf uur. We besloten eerst maar es naar het Openlucht Museum te gaan.

Op de fiets merkte ik wat die verhoogde sufheid betekende: ik wist van boven niet meer dat ik van onderen fietste: mijn benen en kont leken wel verdoofd. Mijn gedachten waren dof, voor zover aanwezig. Met het praten bleef mijn tong haken achter alle obstakels in mijn mond. En, mijn hemel, wat was dat Openluchtmuseum ver weg!

[In het Openluchtmuseum – waar het dankzij het vroege uur nog erg rustig was – zagen we deze loopeenden. Met mijn verhoogde sufheid ging het na een aantal uren beter, mede dankzij Brrrr’s geniale inval om mij cola te laten drinken: veel suiker, veel energie. Toen moesten we nog 9 kilometer fietsen naar ’s Koonings Jaght. En weer 14 kilometer terug naar huis. Ik had graag gehad dat mijn benen en kont nog even konden worden verdoofd.]

Standaard

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.