Gisteren was het dan zover: Les Tables Des Maires. Eten en drinken in onze eigenste wijk. Bij Mowl, met Mowl, door Mowl. En begeleid door willemwiebe. Met veel genoegen keek ik hoe hij zijn accordeon bespeelde.
“U zult wel trots op hem zijn.” zei één van de gasten.
“Maar natuurlijk.” zei ik glunderend.
“U bent toch zijn vader?” vroeg een andere gast.
“Maar dat zie je toch?” zei de derde. “Ze lijken sprekend.”
“Ja maar…” begon ik te stotteren. Willemwiebe bokste tegen mijn vuist.
“Kom op, paps.” zei hij stralend. “D’r zijn ergere dingen, niet?”
[En zo is het maar net. Gaandeweg de avond begon ik steeds meer te wennen aan het idee dat willemwiebe mijn zoon zou zijn. Vandaar dat ik hem tegen achten toch maar even zelf wegbracht naar zijn volgende optreden. De bengel zou maar es verdwalen.]
En wat vindt de andere vader ervan?
{Mowl: ik moet hem nog uit zijn ouderlijke macht laten ontzetten.}
Het ziet ernaar uit dat jullie een erg leuke toffe dag gehad hebben! En Willemwiebe kan maar blij zijn met twee vaders. Je kan er nooit genoeg hebben lijkt me!
Leuk liedje trouwens. Wie filmde?
{Mowl: ik.}
Da’s toch prachtig! Enkel de lusten van het vaderschap!
{Mowl: ik kan er goed mee leven.}