Tegenlicht

Er is in iedere omhelzing een moment waarop de geliefde al niet meer bij ons is. Gustave Flaubert

Als om de zonnewende te loochenen, donkerde het extra vroeg, deze dag. De bewolking die, met wat fantasie, op de heenreis nog op een berg aan de horizon had geleken, had de hemel intussen ingepakt en het daglicht omneveld.

Een auto kwam ons tegemoet gereden. De lampen schenen in de ogen van onze chauffeur, de enige dame van het gezelschap, die een hand van het stuur haalde om het schijnsel af te weren.

“Verdomme!” foeterde ze.

Lief, die naast haar zat, legde een hand op haar schouder. Hij hoefde niks te zeggen.

We hadden de Trompettist achtergelaten in zijn kamer waar de pauwen konden binnenkijken. Hij was te moe geworden, dat kon je zo zien. We hadden zijn rolstoel ingeklapt en hem op zijn bed gezet. Daarna omhelsden we elkaar en zwaaiden gedag, tot voorbij de deuren van het hospice.

De lippen van de dame trilden.

“Verdomme,” herhaalde ze zacht.

Standaard

Een gedachte over “Tegenlicht

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.