Thee

Voor ons heet ze Mekka, de vrouw met de hoofddoek op de tweede verdieping aan de overkant van de straat, die telkens wanneer ze ons ziet in onze richting gaat bidden. Het zal toeval zijn; of ze houdt van bidden. Dit keer zag ze niemand — het schemerde tenslotte al.

Mekka zat op haar bank, onder een onbedekt peertje dat de kamer verlichte. De televisie pulseerde er beelden bij. Het leek Mekka niet te boeien: ze liep met een theekopje naar de keuken en terug.

Beneden op straat stond haar man. Hij sprak en rookte met een andere man. Hun gezichten stonden ernstig. De andere man knikte en gaf een hand. Hij draaide zich om en liep het zicht uit. De man van Mekka blies zijn rook weg en gooide de sigaret op de grond. Hij keek naar  beneden, een hand in zijn broekzak, de andere langs zijn lichaam. Dan zette hij zijn voet op de sigaret.

Nou zou hij omhoog moeten kijken en onhoorbaar zuchten, dacht ik, maar dat deed hij niet. Hij draaide zich gewoon om en liep naar binnen, de trap op, naar de tweede verdieping, waar Mekka wachtte met haar thee.

Standaard

Een gedachte over “Thee

Zeg het eens.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.